Naam
Dokkumer Machinefabriek DMF te DokkumDokkumer Machinefabriek DMF te Dokkum
Oprichter/Opvolger(s)
De Dokkumer Machinefabriek is in 1960 door Pier Prins opgericht, gebouwd en ingericht als toeleveringsbedrijf van o.a. Prins Landbouwwerktuigenfabriek te Dokkum.
Periode van bestaan
1960 - 2008Werktuigen
Eerste „kern-vestiging" te Dokkum van de grond
Commissaris der Koningin opende Dokkumer Machine Fabriek N.V.
Bron: LC. 4 oktober 1960
De fabriek is in zeer korte tijd verrezen. De gebroeders Visser te Dokkum begonnen in mei met de bouw en op
1 oktober vond de eerste oplevering plaats. In minder dan een half jaar is Dokkum dus een vrij grote fabriekshal rijker geworden. De werkzaamheden in de nieuwe fabriek konden echter nog eerder beginnen. Op 18 juli werd er namelijk een aanvang gemaakt met tien tot twaalf man personeel.
Deze gang van zaken werd geschetst door de initiatiefnemer tot de oprichting van de NV en directeur van de nieuwe fabriek, de heer P. Prins, die getuigde van zijn grote erkentelijkheid voor de steun en medewerking, die hem van alle kanten werd verleend. De heer Prins legde er de nadruk op, dat de fabriek tevens tot stand kwam om een steentje bij te dragen in de industrialisatie van Nederland in het algemeen, maar van Noordoost-Friesland en Dokkum in het bijzonder.
De commissaris der koningin verklaarde in zijn openingstoespraak goede perspectieven te zien voor de nieuwe
fabrieken en grote waardering te hebben voor het bewijs dat de heer Prins in zijn bestaande fabriek leverde, dat ook in streken, die tot voor kort tot afgelegen gebieden werden bestempeld, moderne initiatieven tot uitvoering kunnen worden gebracht. Belangrijk achtte de commissaris voor de industrialisatie van Friesland de zich snel wijzigende houding van het Friese gezin tot een meer positieve instelling tegenover de industriële arbeid.
Mede ten gevolge hiervan, aldus de commissaris, liggen er in Friesland en stellig ook in het noordoosten van de
provincie nog veel verdere aantrekkelijke mogelijkheden voor industrialisatie. De commissaris noemde in dit
verband de stijgende belangstelling voor het technisch onderwijs. Een andere factor van belang is de instelling van
de Friese arbeider, die hem, aldus is gebleken uit een door het ETIF gehouden onderzoek, uitermate geschikt maakt voor een industriële werkkring.
Zonder voldoende woningen komen we er echter niet, aldus de commissaris, temeer niet, omdat een groot deel van de Friese woningvoorraad van zo “extra-slechte kwaliteit" is. Het gehele industrialisatiebeleid van de regering, aldus mr. Linthorst Homan is gebaseerd op „discriminatie". Waarom durft men dan in regeringskringen niet de moed en de flinkheid op te brengen, om ook op het gebied van de woningbouw te discrimineren? Bij de industriëlen zelf drong de commissaris er op aan zo mogelijk in de vrije sector te gaan bouwen.
De commissaris schonk ook aandacht aan de ontwikkeling van Dokkum: „In de laatste zes jaren hebben zich in Dokkum acht nieuwe bedrijven gevestigd, terwijl een negende - Parmentiers Textielfabrieken NV te Leiden - zich thans hier gaat vestigen en wellicht nog enkele andere nieuwe vestigingen op komst zijn. Voorts zijn enkele uitbreidingen van bestaande bedrijven tot stand gekomen, dan wel ligt dat in het voornemen". De commissaris prees de voortvarendheid, waarmee het gemeentebestuur de zaken aanpakt, temeer daar het welslagen van de ontwikkeling van Dokkum aantoont, dat ook in een betrekkelijk excentrisch gelegen stad de industriële ontwikkeling zeer goed van de grond kan komen.
Direct na de officiële opening werden alle machines in de fabriek in werking gesteld en gingen de arbeiders aan het werk, terwijl de genodigden het gebouw en de machines bezichtigden. De rondgang door het bedrijf eindigde in de cantine, waar velen van de gelegenheid gebruik maakten hun gelukwensen aan te bieden tijdens een korte bijeenkomst, die onder leiding stond van de president-commissaris, de heer J. Jongsma te Dokkum.
Burgemeester drs. S. van Tuinen van Dokkum schetste de „boeiende evolutie" van zijn stad in de laatste jaren, waarvan vooral de veranderingen sinds de tweede wereldoorlog spectaculair te noemen zijn. De heren H. de Wilde (NVV) en Van Dijk (CNV) brachten de gelukwensen over van de werknemersbonden en mr. E. Foppes die van het ETIF. De heer Visser bood namens de aannemers en onderaannemers een vlaggemast met een Friese vlag aan.
De DMF in Dokkum is in juli 2008 failliet verklaard. De Dokkumer Machinefabriek ontstond in 2006 uit metaalbedrijf Prins en had 13 werknemers in dienst. Het faillissement ontstond doordat één van de opdrachtgevers niet goed draaide waardoor DMF in de problemen kwam. Doordat er bij DMF weinig orders op stapel staan en weinig kapitaal aanwezig is bestaat er maar een kleine kans op een doorstart. Het personeel had al enkele maanden geen loon meer ontvangen.